Sturdy II en de Singlehanded 2009

 

Dit jaar weer een interessante puzzel. De windverwachting voor de komende etmalen laat alle hoeken van de windroos zien met bovendien twee dagen licht weer. Vooraf filosoferend met Gerrit Mensink van de Malzwin brengt ons tot de voorkeur om eerst naar het wad te gaan en te profiteren dat daar waarschijnlijk iets meer wind zal staan dan op het IJsselmeer.

 

Het palaver op zaterdag verloopt rustig. Er zijn (gelukkig) enkele nieuwe gezichten, maar de “oude hap” weet wat het reglement voorschrijft. Toch worden ook nu weer de jaarlijkse verduidelijkingvragen gesteld over strafpunten bij motorgebruik, sluispassages en interpretatie van de verplichte rusttijd.

 

De start verloopt ook rustig. Het lijkt even alsof niemand de eerste wil zijn om weg te varen en de opdrachtbrief van organisator Henri Steneker in ontvangst te nemen. Groot is de schrik als ik bij het wegvaren een druk gebarende Gerrit zie, die me naschreeuwt dat zijn motor defect is en dat hij later zal starten. Terwijl ik dit schrijf, een uur of drie na de start, hoop ik dat het hem gelukt is. In dat geval ontmoeten we elkaar vanavond of vannacht ergens in de buurt van Den Oever of Oudeschild op Texel.

 

De wind trekt stevig aan, vooral in overtrekkende buien. Dan schift de wind ook en is de net bezeilde koers op Den Oever niet meer haalbaar. Ik ga dan overstag om niet teveel hoogte te verliezen. Vanaf 1800 uur neemt de wind volgens voorspelling af en wordt het een vredige avond. Veel sterren en een steeds makkelijker te bezeilen koers. De snelheid wordt wel minder, maar we varen met 3 knopen nog steeds de goede kant uit. Tijd voor een snack en een kopje thee. Ook tijd om na te denken, waar ik door de drukte van de afgelopen weken niet genoeg aan toegekomen ben. Het voelt goed zo: met Sturdy op pad in de Singlehanded.

Helemaal relaxen wordt het niet. Vanaf Oude Zeug tot aan Den Over liggen veel onverlichte tonnen. Het is inmiddels hartstikke donker en er is geen maan. Ik breng mijn radarkennis weer op orde door de voor ons liggende tonnen op te sporen en vrij te zeilen. Dat lukt heel goed: ik zie er maar eentje die als een donkere schaduw langs glijdt.

 

De zuidzijde van Den Oever is verlaten en met mijn dekstralers aan, duurt het toch even voor de sluismeester reageert en de sluis voor opening voorbereidt. Hij is flink chagrijnig. Nadat ik de sluis verlaten heb en braaf wacht tot de lichten op groen staan voor passage van de brug door de afsluitdijk roept hij mij op de marifoon op om op te schieten. “Het verkeer wacht” en om zijn woorden kracht bij te zetten verandert hij de lichtenindicatie in rood knipperlicht. Nooit geweten dat dat ook kon! Bah, maar ik zit al tussen de brugpijlers.

Aan de noordzijde liggen twee collega’s te slapen. Het is nu 23.00 uur.

Ik leg even aan voor een korte stop en met flinke tegenzin gooi ik een uurtje later weer los. Het is donker, weinig wind en ik voel de psychologische barrière om verder uit mijn comfortzone te treden. Bij het verlaten van de haven loop ik vast in de modder. Iets teveel naar stuurboord gestuurd en het is al flink afgaand water. Het duurt even voordat ik me het realiseer. Zit eerst stom naar mijn stuurdisplay te kijken met alle meters op nul en een diepgang van 1.50 meter !!! Toch zit ik in de haveningang en voel ik vaarsnelheid. Na 30 seconden dringt het besef toch tot mij door dat de diepgang klopt en de vermeende snelheidsbeleving alleen komt door de ebstroom die langs de boot trekt. Ik haal de kiel wat verder op en geef met de motor even een klap achteruit. Dat is genoeg en bijsturend kom ik in het diepere gedeelte van de havenuitgang.

Buiten het havenhoofd staat toch een licht briesje uit het Noordoosten en in combinatie met de flinke ebstroom (springtij!) halen we toch geregeld 5 knopen. De verlichtte tonnen in het Visjagersgaatje trekken één voor één langs me heen. Het is prachtig weer: mooie sterrenhemel en een rustige zee. Er staat net genoeg wind om de voortgang te houden.

Bij de Malzwin is de wind op en vooral drijvend met de stroom glijden we richting Texel. Ik ben iets te vroeg voor de kentering dus rond de T13 dobberen we enige tijd rond. Ik val spontaan in slaap.

Met een beetje noordenwind en het begin van de opkomende stroom halen we Oudeschild, waar ik Sturdy om 04.15 uur in de Noorderhaven langzij andere Singlehanded deelnemer Cras Factus (een Ballad 31) aanleg. Voor mij zie ik ook nog twee andere collega’s, de Bo van Willem van Olst en de Bubbles (Waarschip 1010).

Mijn slaap wil daarna nog niet direct vatten, ben moe maar kennelijk door de slaap heen. Wel blij dat ik het gehaald heb vandaag.

 

Die slaap is overigens van korte duur. Na twee uur melden de buren dat ze willen vertrekken en of ik wil verhalen. Natuurlijk, grrrrHenjo van de Cractus is zo vriendelijk om zijn en mijn schip tegelijk op zij te schuiven om ruimte te maken. We praten nog wat na over hoe het gisteren was. Hij zat bij de eerste groep die al om 2400 uur aangekomen is.

Als Henjo een uurtje later weg wil, verleg ik naastzij een nu vrije chartervaarder. De slaap wil niet meer. Eerst maar eens even de enveloppe posten en een stempel halen.

 

Om 12 uur kan ik mijn ongeduld niet meer in de hand houden. Na het nuttigen van een portie verse kibbeling op de kade vaar ik uit: drie uur te vroeg voor de meegaande stroom, maar ik reken op de beloofde wind (die er niet is!). Langzaam achteruit zeilend dobberen we op de Texelstroom. Pas als ik aan de zuidzijde van de stroom in ondieper water kom, lukt het om ½ tot maximaal 1 knoop snelheid te maken. Dit gaat heel lang duren!!!!

Niettemin als vier uur later de stroom opkomt is het leed geleden. De stroom brengt Sturdy naar het Scheurrak en aan de langskomende tonnen is het te zien hoe hard de stroom trekt. De zeilen doen ook een beetje en zo schieten we 5 mijlen per uur op. Aan de SO8 liggen twee Singlehanded deelnemers geparkeerd. Ik drijf er langs, maar het gaat snel. Door de variabele diepgang kan Sturdy straks als eerste over de ondiepte, waar anderen moeten wachten op hoogwater. Maar ik heb wel wind nodig om de stroom aan de andere zijde van het wantij dood te zeilen. Terwijl ik alternatieven probeer te bedenken lost het probleem zich op. De beloofde NW wind Bft 3 komt nu dan toch. Dat geeft genoeg snelheid om straks de tegenstroom te compenseren. Majestueus zeilt Sturdy in de schemering als eerste over het wantij. Ik zie Red Spirit van Willem Rijnsdorp en een andere collega die me toezwaaien. Het wordt nu snel donker en het is een hele toer om de vele onverlichte tonnetjes die in dit kronkelende water liggen te volgen, maar niet te raken. Om 19.30 uur ben ik er doorheen, maar heb de vervolgnavigatie naar Terschelling niet goed voorbereid. De volgende waypoints door het Inschot lijken me niet goed. De plotter geeft een koers aan die ik niet vertrouw. Het is inmiddels aardedonker en op goed geluk varen lijkt me niets. Ik ben de weg kwijt.

 

Eerst maar even ankeren om iets te eten en de route beter te plannen. Als ik even later achter een stevig anker lig en de zeilen provisorisch heb opgedoekt, besluit ik om nu toch eerst 8 uur rust te nemen en morgenochtend vroeg verder te gaan. De tijdsduur wordt dan wel krapper, maar nu in het donker door het Inschot heen lijkt me helemaal niets. De meegenomen nasi en saté warm ik op in de oven. Bijna net zo lekker als in de KMC te Den Helder!

 

Vandaag, maandag, moet het gebeuren. Drie opdrachten op het wad: ankeren bij de Noorderbalgen en stempels halen op Terschelling en in Harlingen. Bij voorkeur nog door naar Kornwerd om te overnachten.

Het ergste donker is eraf als ik anker op ga.Tsjonge wat een klus. Piepend en hijgend hang ik in de kuip na het diepliggende anker met bijbehorende ketting met de hand binnen te hebben getrokken. Ondanks de stroom tegen, maak ik toch snelheid de goede kant uit. Bij de Meep zal ik stroom mee hebben. Nog 5 mijl te gaan, 4 mijl, 3 mijl etc. In de Vliestroom loopt de snelheid door de tegenstroom flink terug. De aanhouder wint en dan kan ik op de Meep genieten. Op de hoek van de Vliestroom en de Meep kom ik de Scalloway van Henri tegen. Hij is hier kennelijk klaar en al op weg naar Harlingen. Hij ligt dus zo’n 6 uur op mij voor. Voor Sturdy geen slecht resultaat. Met de oude Sturdy was ik zover nooit gekomen. De snelheid was toen een stuk minder en opkruisen tegen wind en stroom is met een kleine kimkieler hetzelfde als autowassen met een tandenborstel. Het kan, maar je wordt er niet blij van.

Daarna gaat het lekker. Met de laatste stroom mee bereik ik het ankerpunt, waar al vier collega’s zijn. Een uurtje ankeren en dan met de eerste ebstroom mee terug richting Terschelling. Om 1400 uur loop ik binnen en mag van de havenmeester een uurtje aan de chartersteiger liggen. Vlak na mij komen Pretender en Blue Nose, die met een boze havenmeester te maken krijgen. Al die polyester bakjes die zich nergens wat van aantrekken !!!! Met name Klaas van de Pretender krijgt de volle laag. Ondertussen probeer ik op mijn eigen prominente plek midden in de haven zo weinig mogelijk (extra) op te vallen. Het kantoor van rederij Doeksen is dicht, dus probeer ik ons geliefde grand café Zeezicht. Een stempel hebben ze niet meer, maar een digitale kassabon met datum en tijd wel. Ik verorber een pannenkoek en leg ondertussen mijn mobiel even aan de netspanning om de accu weer tot leven te wekken. Sinds gisteren is de batterij leeg.

Ik heb me al een paar dagen niet gewassen, maar met wat extra deodorant en parfum probeer ik het ergste te camoufleren nu ik even terug keer in de beschaafde wereld. Het uurtje rust doet me goed. Het weerbericht geeft nu een windwaarschuwing voor ZW tot ZO 6. Ik zet een rif in het grootzeil. Het voelt nogal overbodig in de zonnige, bijna windstille haven van Terschelling. Meteen buiten de haven merk ik meteen dat de keuze goed is. De wind is al toegenomen en opkruisend naar de Slenk is de zeilvoering goed. De Slenk zelf is gelukkig bezeild met tegenstroom. In de Meep moet ik echter een beetje kruisen maar de stroom trekt hard mee. De meeste Singlehanded deelnemers zijn al voor mij uit omdat ik gisteravond eerder ben gestopt. De Vliestroom is vandaag een vervelend gedoe: al kruisend tegen wind en stroom. Vanaf 1700 uur loopt de stroom echter mee en gaat het hoog aan de wind naar Harlingen. Echt makkelijk gaat het niet, maar wel snel. Het is net donker geworden als ik om 1900 uur achter de Willow van Hielko aanleg langszij een charterboot. Hij vertelt me morgenochtend om 0400 te willen vertrekken naar Kornwerd met de laatste ebstroom. Dat lijkt me een goed plan en het past goed na mijn verplichte 8 uur rust. Na een kop koffie ga ik de wal op om mijn stempel te scoren. Toevallig rijdt een busje van de Koninklijke Marechaussee langs. Ik vraag hen of ze een stempel hebben en ja hoor. Ik word in hun busje uitgenodigd voor de plichtplegingen. Ze zijn heel geïnteresseerd, terwijl ik me op de vlakte houd over de Waddeneilanden. Ik realiseer me namelijk dat ik mijn paspoort niet bij me heb wat wel verplicht is. De formaliteiten zijn echter nog niet klaar. Ze vragen mijn rijbewijs en word ik nagetrokken op openstaande bekeuringen of straffen. Nou zeg !!! En dan te weten dat Hielko vandaag zijn stempel bij de Aldi filiaalchef heeft gehaald.

 

Na een paar uur slaap gaat de wekker om 03.30 uur. Het lijkt wel nacht…..Een kopje thee, warme kleren aan en het grootzeil omhoog. Willow is ook bijna klaar voor vertrek. Om 4 uur glijd ik door de nacht de haven uit. Het is bijna laag water en de Boontjes zijn ondiep. Voortdurende concentratie is nodig om het komende uur de weg tussen de vele verlichte tonnen te vinden. Een vissersschip komt mij tegemoet en heeft zo’n sterk zoeklicht dat hij mij op grote afstand steeds weer verblindt. De snelheid van de Sturdy is prima, steeds 6 tot 7 knopen. Na een uur komen Willow en Sturdy tegelijk aan bij de sluis in Kornwerd. Bijna meteen kunnen we schutten. Aan de zuidzijde maak ik even vast om wat te eten. Willow en de anderen gaan meteen door.

De verwachting voor vandaag is ZO Bft 6. Lemmer, Muiden en Lelystad zijn de doelen voor de komende 30 uur. Hoog aan de wind is het een natte bedoening, Nou ja, Sturdy als decksaloon jacht biedt voldoende comfort, maar er komt af en toe toch een plens water op het kajuitdak. Dat heb ik de afgelopen twee jaar nog niet eerder meegemaakt. Het schip kreunt en doet, maar gaat wel met zes knopen naar het zuiden. Het Vrouwenzand bij Stavoren is niet helemaal bezeild. Dat vraagt straks nog een extra slag. De tijd en de mijlen tikken voorbij. Pas vanaf Lemmer mag ik verwachten dat het prettiger wordt. De golven op het IJsselmeer zijn bij deze windsterkte en hoog aan de wind varend onplezierig.

Sturdy doet het goed; alleen het grootzeilval vertoont een beetje rek waardoor het zeil onder het varen wat zakt en bollig wordt. Dat willen we juist bij deze hardere wind niet. Klusje voor de komende winter dus.

Enkele mijlen ten zuiden van Stavoren maak ik een eerste slag naar het oosten. Ik zet de motor aan om de accu’s bij te laden, en ik hoor meteen dat er wat aan de hand is. De motor komt niet op toeren en de schroefas kreunt en kraakt. Ai, rommel in de schroef realiseer ik mij meteen. Een beetje rommelend aan de motorbediening ontdek ik geen verbetering, vooruit, achteruit of neutraal. Het blijft kraken. Kijkend om me heen en bedenkend hoe het is om door te gaan met de wetenschap geen motor te hebben bij het manoeuvreren is met deze harde wind geen lekker idee. Dichtbij ligt een goed geoutilleerde haven met een kraan en technisch personeel. Ik voel me beter als ik het motorprobleem nu meteen aanpak. Ik keer om en zeil naar Stavoren marina. Ondertussen vraag ik via kanaal 16 om assistentie bij het binnenlopen van de haven, omdat ik geen motorbediening heb en daarmee ongewild problemen voor anderen kan opleveren. Voor de haveningang van Stavoren vangt de reddingsboot Alida van station Hindeloopen mij op. Ik strijk de zeilen, twee opstappers van de reddingsboot komen mijn Singlehanded leven verstoren en een tros wordt overgebracht. Een kwartier later leg ik aan de steiger bij Stavoren marina.

 

Ik meld me bij het havenkantoor en ze zijn bereid om hun winterplanning schepen kranen te onderbreken om Sturdy tussentijds uit het water te halen. Het eerst dat me opvalt als Sturdy in de takels hangt is dat het onderwaterschip na een zomer (vooral stilliggen) nog mooi schoon is. Goede antifouling dus. Ook zie ik de onderste tien centimeter van de RVS kiel glimmend gezandstraalt door meerdere malen de bodem te hebben geraakt in de laatste dagen.

En ja, niets meer in de schroef. Alles pico bello. Ik geloof er niets van. Ik ga aan boord en test de motor om het echt zeker te weten. Geen problemen meer. Kennelijk ben ik de rommel aan de schroef vanzelf kwijtgeraakt. Natuurlijk ben ik blij dat er technisch niets aan de hand is, maar wel pech om de Singlehanded te hebben onderbroken. Ik heb de motor niet onreglementair gebruikt en kan dus meteen weer uitvaren. Maar ondertussen wel zo’n 6 belangrijke uren zeiltijd verspeelt op de laatste dag. Mijn moraal is geknakt. De moeheid door de inspanningen van de laatste dagen voelen ineens als een last. Einde Singlehanded 2009 voor de Sturdy, 3 dagen goed gevaren en nu de laatste dag pech. Het tijdsverlies van vandaag is in de komende uren niet meer goed te maken. Lemmer is niet bezeild en dan nog naar Muiden en finishen in Lelystad. Ik haal het reglementaire einde van de Singlehanded niet. Het is voorbij deze zomer.