Samenvattin verslag Warber een Vancouver 27 voeter Schipper Anje Valk de enige vrouwelijke deelnemer.

 

Anje ging dit jaar duidelijk voor het beste reisverslag want ze begint met de volgende zin: Lieve Henri, Je bent hier niet bij mij, want net als ik ben jij een solist. Maar omdat ik dit verslag voor je mag schrijven, ben je toch een beetje bij me. Fijn hè? Wat deed je het palaver mooi. Met het kalme timbre in je stem heb je menig nerveus gestemde ziel rust en moed ingesproken.

Anje kiest ervoor om linea recta naar Den Oever te gaan, het motregen buitje betiteld ze met een wijwaterzegening van boven.

Onderweg tekend ze een mooie zonsondergang boven Enkhuizen

 

terwijl ze spekpannekoeken bakt, de vette vingers zitten in haar journaal-schrift.

Ze zet voor het eerst van haar leven de halfwinder in het donker, grensverleggend die singlehanded roept ze en vraagt in het journaal: “Henri hij staat, ben je niet trots op me?

Helaas, al in de loop van de zaterdagmiddag neemt de wind langzaam maar zeker af, maar toch beland ze om 2300 uur vlak bij Den Oever in een absolute windstilte. Te arren moede gooit ze het  anker uit onder de dijk, met de havenlichten op een kleine mijl afstand op een olieglad IJsselmeer.

Hier liggend schrijft ze een gedicht in het journaal van Goethe, de vertaling luidt.

 

Diepe stilte heerst op het water

Zonder beweging rust de zee

En geroerd ziet schipper’s bater

Gladde stilte om zich heen

Geen zuchtje wind uit gener richting

Doodse stilte, vreselijk

Tot de ongelooflijke verte

Kijkt geen golf eens om zich heen (Vrij vertaald)

 

In de nanacht trekt een buienlijntje over met flink wat regen en noordoostenwind, waardoor Anje aan lagerwal ligt, klaarwakker in een stuiterende kooi.

Zondag zeven uur eerst door de sluis en daarna dwars over de Bollen bijna rechtstreeks naar Oudeschild. Onderweg maakt ze een prachtige tekening in haar journaal van de Labberlot

Na in een restaurant aan de haven haar stempel te hebben gescoord – dat kostte haar maar zeventien minuten – vaart ze alweer in de Texelstroom.

Om half zeven ’s avonds schrijft ze: Het goede nieuws is dat de stroom steeds minder wordt, zodat we minder snel achteruit drijven. Dus tekent ze maar weer wat, dit keer de Afsluitdijk

Na veel lyrisch gedobber op het wad (De indrukwekkende stilte wordt geaccentueerd door het zachte koeren en kwakken van de duizenden eidereenden op de mosselbanken.) geeft Anje er om half acht de brui aan door de wegvallende wind en tegenstroom. Ze start de motor want ze gaat slapen in Korwerderzand. Als ze in de stromende regen door de Boontjes zeilt op weg naar haar thuishaven Harlingen, komt ze Jac Sandberg tegen met zijn Joker Hij is nog in de race.

“Succes!” roept ze en kijk het dichtgereefde dappere bootje bewonderend na.