Sturdy
voor de tweede keer aan de start van de Singlehanded en voor de eerste keer aan
de finishlijn.
Zaterdagmiddag om kwart over twee vertrek ik, Harm Slomp,
met de Sturdy uit de Houtribhaven van Lelystad. Gezien de windverwachting voor
de komende twee dagen met zuidelijke wind kies ik voor de noordelijke route om
mee te beginnen. Een snelle blik op de opdracht in de envelop bevestigt die
keuze. Wel zie ik veel meer stempelplaatsen dan ik had verwacht en om niet
geheel tij tegen te hebben morgenvroeg op de waddenzee, kan ik met mijn
langzame scheepje vandaag slechts Enkhuizen en Medemblik meepakken. De rest
moet maar op de terugweg.
Het is licht weer en om mij heen schieten de spinnakers
omhoog. Na enig treuzelen durf ik mijn knoert van een halfwinder te hijsen. De
meeste deelnemers kiezen zo te zien voor Urk en al snel vaar ik alleen. Na het
passeren van de ondiepte onder de Bloq ga ik halve wind en de snelheid loopt
op. Onder de buien neemt de wind toe en ik overweeg de halfwinder weg te halen,
maar het gaat nog zo lekker…..
Dan een flinke windstoot en de halfwinder wordt echt te
groot; snel voor de wind en in de luwte van het grootzeil de halfwinder
weghalen en de genua uitrollen.
Tegen zes uur zeil ik de Compagnieshaven van Enkhuizen
binnen, terwijl een collega deelnemer de haven alweer uit is en onderweg naar
het noorden.
De havenmeesteres is vol begrip en met stempel ben ik snel
weer weg. Terwijl het donker wordt en de wind afneemt, loopt een kits mij op
richting Medemblik: moet de Donna zijn. Welke andere kits is eind oktober zo
gek om in het donker op het IJsselmeer te zeilen. Langzaam loopt hij uit. Ik
kies voor een entree in de regattahaven van Medemblik, omdat ik vermoed dat ik
daar makkelijk zeilend in en uit kan. Ik ben er nog nooit geweest, dus met de
schijnwerper in de hand verken ik de ingang. Ruimte genoeg en om 2100 uur
glijdt Sturdy in een miljonairsbox van 20 bij 6 meter. Bij het havenrestaurant
blijk ik de tweede stempelaar te zijn. Mijn voorganger bij Enkhuizen heeft nu
een voorsprong van een uur. De Donna is hier dus niet en heeft kennelijk de
hoofdhaven van Medemblik gekozen.
Het gaat langzaam tussen Medemblik en Den Oever, maar het is
een mooie heldere nacht met spectaculair onweer ver weg op de Noordzee. Om
23.30 ben ik bij de zeesluis. Een halfuurtje later aan de andere kant van de
sluis zie ik meerdere deelnemers aan de palen. Even overweeg ik om Henk
Bulthuis van de Chill out aan te spreken, maar ja rusttijd is voor iedereen
schaars. Bovendien raak ik in overtreding omdat ik met mijn vertrektijd vroeg
om 5.20 uur de verplichte rusttijd van 8 uur niet haal.
De wekker loeit om 500 uur en het lijkt nog wel nacht. Tegen
de tijd dat ik bijna klaar ben, is de Malzwin met Gerrit al vaarklaar. We
zullen de eerste paar uur samen op varen, omdat zijn GPS kapot is en het eerste
deel van de route naar Oudeschild, Texel behoorlijk kronkelig (en donker!).
Maar Gerrit heeft geen GPS nodig. Doordat de Malzwin met
licht weer sneller is dan de Sturdy, vaart hij voor mij uit. Ik heb de luxe van
een kleurenkaartplotter en kan de route goed volgen, maar de Malzwin vindt de
weg in het donker moeiteloos en zonder GPS!
Het tij gaat al snel tegenlopen en de vaart van 4 knopen
loopt terug tot 3 en tot zelfs minder dan 2 knopen. Ik zoek de grenzen van de
geul op om de sterkste tegenstroom te vermijden, maar merk dat de vaarweg nu
het laagwater is, heel weinig speelruimte heeft. Dat geldt ook voor een
kimkieler met maar 90 cm diepgang.
Het regent en de wind stelt weinig voor. Gelukkig krijg ik
de stroom mee naar Oudeschild en ik snij een flink stuk boven de plaat af. Als
ik Oudeschild nader, snelt de Malzwin juist de haven uit. Ik kies voor een
gedurfde manoeuvre en zeil de haven in en lig in de haveningang aan. Het is
zaterdagmorgen 900 uur en heel rustig. Druipend van de regen meld ik mij bij de
havenmeester voor een stempel. Hij staat erop om een speech te houden met de
boodschap dat de wedstrijd niet is aangemeld en dat dit tegen de regels is.
Geen woord over het feit dat de Sturdy, hoewel niet groot, pontificaal onder
zijn raam in de haveningang ligt.
Hij beëindigt zijn toespraak, geeft een stempel, en ik snel
weer weg.
In die paar minuten is het lekker gaan waaien en ik stuif
Oudeschild uit. Buiten op de Texelstroom moet er zelfs een rif in. Ik jaag
achter de Malzwin aan. Ik zie dat Gerrit de kleine geul pakt in plaats van het
Scheurrak. Zelf ga ik door en even later kruist Malzwin terug naar de
Texelstroom. De wind neemt weer af en gezamenlijk bezeilen we het Scheurrak
richting Paardenhoek. De planning is geweldig, want we passeren het wantij rond
de kentering en pakken dus meteen de stroom weer mee richting Vlieland.
Hier laat de wind het afweten. Malzwin gaat goed door, maar
de Sturdy loopt met stroom mee en halfwinder op maar 2 knoop. Zo wordt Vlieland
nog een heel eind!
Het is wel super vakantieweer. De zon straalt en het is
lekker behaaglijk. Ik word opgelopen door een hoop vakantiegangers, die de
motor bijhebben. Zo dobber ik gedurende de zondagmiddag de Vliestroom af.
Aan het einde van de middag paseer ik de Richel en zie voor
het strand van Vlieland een paar zeilschepen al zeilend stil liggen. Ik
overweeg om op de ondiepte ten noorden van de richel te ankeren en een paar uur
rust te nemen. Maar ja, als nu net de wind voldoende opsteekt om het tij dood
te varen?
Even later lig ik naast de andere deelnemers op een paar
meter van het strand te wachten op het opkomende water, dat ons naar Vlieland
gaat brengen. We wachten ruim twee uur, soms een paar meter vooruit, dan weer
achteruit. De geul is vlak naast het strand al 4 meter diep; we kunnen de
badgasten bijna de hand schudden.
Als het tij kentert, zeilen we achter elkaar Vlieland in.
Sturdy in een box en aan de walstroom, terwijl ik het grootzeil alvast reef
voor morgenvroeg.
Het dorp in om te eten zit er niet in. Ik ben moe en heb
behoefte aan een douche.
Gerrit van de Malzwin en ik delen het diner en de toetjes en
genieten van de rust na 1 ½ dag intensief varen.
Andere deelnemers denken er net zo over en al snel wordt het
rustig in de haven.
De wekker gaat deze keer iets minder vroeg, maar het is nog
steeds maar 0530 uur. Ik neem rustig ontbijt en bereid de tocht naar
Terschelling voor. Het waait flink, het is donker en het regent. Om mij heen
zie ik bij de andere deelnemers nog geen beweging. Ben ik de enige gek? Als ik
op dek rommel, komt een heerlijk ruikende buurvrouw aan dek en vraagt of dit
echt hobby is. Ja, leuk, maar nu even niet. Ze helpt me bij het uitvaren uit de
box en Sturdy gaat als een van de eerste deelnemers de haven uit naar buiten.
Wel mooi hoor, geheel donker en alle verlichte boeien die een onoverzichtelijk
duidelijk patroon bieden.
Het gereefde zeil was een goede keus en uit de luwte van het
eiland blaast de noordwester goed door. Ik word opgelopen door snellere schepen
en al die dansende toplichtjes in het donker op de golven zijn een prachtig
gezicht. Van te voren had ik mij zorgen gemaakt over mogelijke ramkoersen met
passerende Urker vissers (het is maandagmorgen vroeg!). Ik meld me als een
echte “flotillaleider” bij de Brandaris, die bevestigt dat de oversteek van de
Vliestroom niet wordt gehinderd. Yes! Alles OK dus.
Dat idee verandert als we allemaal de Slenk op moeten
kruisen tegen wind en stroom in. Voor iedereen lastig, maar voor een kimkieler
drie stappen vooruit en steeds twee stappen terug. De komende twee uur heb ik
het zweet op de rug en slaag uiteindelijk in het overbruggen van de ca. 2
kilometer lange martelgang. Inmiddels hebben alle deelnemers van het vroege uur
mij ingehaald en komt de latere lichting al dichtbij.
Stempelen op Terschelling gaat goed, als ik een langzame
dame bij rederij Doeksen charmant wegduw bij de balie en de medewerkster om een
stempeltje vraag.
Achter de vloot aan, zeil ik richting Harlingen. Ik steek de
zandbanken af waar ik maar durf, maar als de wind weer afneemt wordt het riskant.
Veel tijd mag ik namelijk nu niet verliezen. Ik moet het afgaand tijd van
Harlingen straks wel mee hebben, anders ben ik kansloos om de tocht uit te
zeilen. Gelukkig neemt de wind weer een beetje toe als ik Harlingen in het
zicht krijg. Ik combineer een stempeltje bij de bekende chinees op het
havenhoofd met een bak meeneem chinees. De warme maaltijd is vandaag ook weer
geregeld.
De stroom is inderdaad nog mee en ik heb het stuk naar
Kornwerderzand bijna geheel bezeild. Het restant gaat kruisend, waarbij ik de
randen van de plaat dichtbij opzoek, Zo’n digitale “fishfinder” is toch een
prima idee.
Schutten gaat makkelijk, maar onderweg naar Stavoren valt de
wind weer bijna weg en draait ook nog naar ZZW. Het lukt nog net om het
havenhoofd te halen en om 2000 uur leg ik naast de andere deelnemers aan.
Terwijl ik een stempeltje scoor in een eetcafé zitten de collega’s net aan voor
een warme hap. Zelf heb ik de chinees al achter de kiezen dus een tostie met
warme chocolademelk is prima.
De volgende morgen op dinsdag kan ik later weg. Om 800 uur
zeilen we met een zuidenwind weg. Om de zuidpunt van het Vrouwenzand te halen,
moet er gekruist worden, maar daarna gaat het crescendo naar Lemmer. Ik volg de
boeienlijn en de snelheid ligt steeds boven de 5 knopen. Het is rustig en ik
kan in de kuip een detective lezen met een kop koffie in de hand. Zo hoort het!
In de buurt van Lemmer komt de mist vanaf de wal aanwaaien.
Ik zet de radar aan en tezamen met de kaartplotter lukt het me om goed
overzicht te houden. Hoewel de invaart naar de wachtsteiger goed te bezeilen
is, kies ik voor goed zeemanschap en gebruik de motor. Het zicht is maar 50
meter en ik vind het niet verantwoord om anderen risico te bezorgen vanwege
mijn zeilhobby. Ik stempel bij de grote sluis, waarbij ik de sluismeester eerst
moet overtuigen dat hij echt mag stempelen. Hij wil me nota bene naar het
centrum van Lemmer toesturen!!!!!
De uitvaart doe ik ook op de motor, ondanks de bezeilde
koers. Buiten de vaargeul naar Urk gaat de motor uit en zeil ik met weinig wind
richting Urk.
Het is prachtig weer, maar het schiet niet op . Ik heb nog
24 uur en moet nog stempelen in Urk en in Muiden. Al rekenend constateer ik dat
ik met de huidige snelheid van 3 knopen nog bijna 24 uur in touw ga zijn. Dat
moet dan maar: ik wil de tocht uitzeilen, ook als ik de rusttijd niet haal.
Bij het Vormt, de ondiepte bij Urk, knapt er mentaal iets
bij me. Het laatste stuk naar Urk is niet bezeild en ik moet langdurig
opkruisen. Ik zie de eindtijd van morgen 1400 uur al naderen en toon mijn
zwakte door de motor aan te zetten om de haven van Urk in te varen. Helaas, had
niet gemogen maar het gebrek aan voortgang maakt me gek. Ik maak een
aantekening in het logboek en weet dat ik daardoor het gouden schildje niet
krijg. Het volbrengen van de “singlehanded” staat echter hoger bij me op de
prioriteitenlijst.
Om 1800 uur passer ik de sluizen bij Lelystad op weg naar
Muiden, na eerst een woedende organisator aan de telefoon te hebben gehad. Bij
het voorbijvaren van de Houtribhaven (finishlijn van morgen) bel ik Henri op
zijn mobiel om opgewekt mee te delen dat ik langs vaar maar nog even op en neer
naar Muiden moet. Tegen alle verwachtingen in, is Henri met zijn snelle Bavaria
nog niet binnen en kan hij mijn telefoontje dus niet waarderen. Jammer, was
niet zo bedoeld.
Na de sluis kan de halfwinder op vanwege de inmiddels ZO
geworden wind. Het gaat heerlijk en alle frustratie van de afgelopen uren smelt
weg. Ik krijg deelnemers als tegenliggers; zij komen al terug van Muiden en
zijn op weg naar de finish.
De avond valt weer en ik geniet van al het moois. Het is nu
perfect en kan niet lang genoeg duren.
Het vinden van de ingang van Muiden op zicht is lastig
doordat er kennelijk wordt gevoetbald, waarbij de veldverlichting alle andere
lichten overtreft, inclusief het groen en rood van de haveningang.
Om 2200 leg ik in Muiden aan bij de “Koninklijke” en meld me
even later in echte “zeil dresscode” (thermokleding, zeilpak, reddingsvest) bij
het bestuur op de 1e verdieping om mijn stempeltje te halen. De
secretaresse staat al klaar, terwijl een ander bestuurslid vraagt hoe het
straks moet als zij de vergadering gaan sluiten: waar moeten de anderen dan
stempelen? Heerlijk hé, daar bij die Koninklijke!
Ik meld me even bij de collega deelnemers om goedendag te
zeggen, maar besluit om nu terug te zeilen naar Lelystad. Het is prachtig weer
en zo’n nacht moet je maximaal gebruiken.
Na nog 4 uur genieten, leg ik samen de catamaran deelnemer
aan in de sluis en om 0300 uur leggen we aan in een slaperige Houtribhaven. De
passantenhaven is nog behoorlijk leeg en we eindigen dus ongeveer in de
middenmoot. De rest zal wel morgenvroeg aankomen.
Nog lekker een kop thee met honing en heerlijk te kooi.
Volgend jaar weer!