Wat
is er nou zo leuk aan het Solo zeilen??
Dat vroeg ik mij vroeger, ruim tien jaar geleden,
ook al eens af. Mijn naam is Rob Gerritsen en ben 58 jaar –jong- en heb
inmiddels het solozeilen tot een tweede levensgewoonte gemaakt. Het ging en
gaat gewoon vanzelf.
Toen dacht ik wel eens : “dat zijn van die lieden
die met niemand anders dan zich zelf kunnen opschieten, of die zal wel alleen
zijn, of dat zijn zeker van die geiten wollen sokken figuren, maar dan op het
water” !!?
Ik kan je zeggen dat er wat mij betreft helemaal
niets van klopt, sterker nog ; ik durf zelfs te beweren dat het een soort van
topsport is met het meest veelzijdige recept wat maar denkbaar is.
Natuurlijk zijn er lezers met een andere mening,
juist hen wil ik uitdagen om met mij de ingrediënten van de Single Handed aan
de hand van mijn negende deelname vanaf 1996 te doorlopen en wellicht te
beleven.
Voor de beeldvorming daarom eerst even wat
voorinformatie, waarmee ik natuurlijk probeer om mijn sportieve gevoel ten
aanzien van deze bijzondere zeilactiviteit met u te delen.
Vanaf het begin (1996) vaar ik aaneengesloten ieder
jaar met een Marieholm 32 – S-spant -de SH. Het schip zelf, met de korte
duidelijk naam HYDRA, heeft al heel wat avonturen meegemaakt. De Canarische
eilanden en de Oostzee zijn geen onbekende voor haar.
Wat Neerlands wateren betreft is er nagenoeg geen
watertje meer of zij is daar geweest of zelfs de bodem geraakt vanwege haar
diepgang (1.60), want de schipper ziet bijna overal een uitdaging in.
Voorafgaand aan deze “race” had ik net als andere
jaren weken al weer dat onderbuikgevoel
dat hoort bij een spannend en enigszins onbekend item: het weer. Wat
voor een weer zal het dit jaar dan zijn, want daarop is veel gebaseerd en hangt
ook het eindresultaat meestal van af Haal ik de eindstreep na vijf dagen
genieten van dat lekkere recept?
Er
weer zin in ….
Ik had nu echt zin in een vijfdaagse met niet meer
dan windkracht 5 Baufort. De eerst drie jaren werden vergezeld van windkracht 6
minimaal -8 met uitschieters naar 10 bf en heb toen door die omstandigheden
niet rond kunnen varen. Met windkracht 8 tussen de eilanden doorscharrelen moet
je dan maar vergeten. Dat nam echter niet weg dat de route op het Ijsselmeer
toen wel gewoon doorgevaren is en het binnenlopen van de haven van Stavoren met
ZW 8 alleen op de stormfok een gigantisch belevenis is , zeker als je dat ook
nog zonder motorgebruik doet.
De jaren erna zijn wel door de Hydra en haar
schipper– ook onder extreme omstandigheden – uitgevaren. Door zeemanschap goed toe
te passen heb ik er twee om technische redenen vroegtijdig moeten stoppen;
man,man wat doet dat zeer.
De ene keer was het omdat de zeilen kapot scheurden
en ik niet verder wilde met alleen een fok en een half grootzeil. De andere
keer was het motorpech en die heb je voor de veiligheid en behoud van je
geďnvesteerde kapitaal toch nodig?.
Nu begin ik zelfs ook daar al anders over te denken
, want vorig jaar heb ik de SH met maar een motorminuut rondgevaren. Alle
havens in –en uitvaren onder zeil had ik mij toen ten doel gesteld, net als
onze voorgangers van vroeger en zonder moderne hulpmiddelen.
Terug
naar de Single Handed van 2004.
Aan boord heb je voor tenminste vijf dagen voedsel
en drinken om daarmee geheel onafhankelijk te zijn. Het is niet onmogelijk dat
je in die vijf of zes dagen de wal niet meer op komt. Dus ruim voorzien van
alles wat de moderne tijd aan mogelijkheden biedt, maakte ik om 13.45 uur de
landvasten van de Hydra los en scharrelde vol enthousiasme langzaamaan naar de
startsteiger. Het weerbeeld gaf precies aan waar ik zo naar uit had gekeken:
mooi en rustig weer en voor de lange termijn “geen vuiltje”aan de lucht.
Eenmaal los van de wal vaar je dan langs de start
en ontvang je varend de grote spannende envelop met daarin de big surprise.
Wat zit er dit jaar voor ons in is steeds weer de
grote vraag?
Geen jaarlijks terugkerend stuk in de oost en west Meep
, de NOM 17 ronden, maar een Elf steden tocht!!!
Dat betekende , veel havens in – en uit
manoeuvreren, als het effe kan onder zeil en de drie waddeneilanden Texel,
Vlieland en Terschelling.
De vermeldde havens waren verrassend en de keuze
hoe te gaan varen, daarom moeilijk genoeg. Direct al sta je daar in je kuip te
tobben , ga ik eerst naar de zuid of eerst noord of zoek ik een ander mogelijkheid?!
Nou eerst maar eens het grootzeil zetten, Genua
uitgerold en hiermee bezig zijnde had ik besloten de oost in te gaan en daarmee
stond voor een groot deel de rest van de route vast. Eenmaal onderweg kon ik
altijd nog het plan wijzigen.
Met een mooi zw windje ging ik op weg naar de eerste
haven: URK. Deze havenplaats onderzeil binnen lopen zou m’n eerste uitdaging
worden. Dat lukte en ik had het eerst stempeltje van de plaatselijke autoriteit
binnen. Onder strak aangehaald tuig vertrok ik weer en kon eenmaal voor de wind
varend voorzien van Bolle Jan de koers naar lemmer leggen. Onderweg ,tussen het
in de gaten houden van het overige scheepvaartverkeer, eten klaar gemaakt-
roerbak en 200gram kip en afsluitend met een toetje van de super.
De
helft van de tijd vaar je in schemer of duisternis
In het donker werd Lemmer aangedaan en –ook onder
zeil- en met het tweede stempel van het havenrestaurant weer op weg naar het
ijsselmeer. Medemblik was het einddoel. Een mooie avond en een zuidelijk wind
sterkte 3 a 4 bf, bracht mij om 21.45 uur in Medemblik. In restaurant “De twee
Schouwtjes kreeg ik van de keukenhulp de derde handtekening, stempel had ze
niet.
Afgemeerd aan de kade van de charters een biertje
gedronken, sigaartje opgestoken en de
wekker voor de volgende ochtend om vijf uur gezet. Daarna kon ik aan mijn
inmiddels krappe 8 uurtjes nachtrust beginnen.
Het is namelijk zo dat je per etmaal 8 uur
”gestopt”moet liggen. Dat kan achter het anker zijn , in een haven of aan een
kade. In je logboek moet daarvan melding worden gedaan, overigens is het de
bedoeling dat je van alles wat er zich voordoet ieder uur aan het logboek toe
vertrouwd. Naast het zeilen bijstellen, navigeren,koffie zetten ,plassen,
inspecteren van alles wat er op het schip is, ben je dus altijd zolang je vaart
druk,druk. Niet te vergeten natuurlijk het stille genieten waar je ook zo
lekker mee bezig kunt zijn.
Het was op die zaterdag avond best wel waterkoud en
dook snel in mijn fleece slaapzak en trok de het dekbed over mij heen.
De volgende ochtend om vijf uur liep de wekker af
en onder het zetten van koffie en thee voor het ontbijt , even lekker wassen en
scheren.
Het ontbijt bestaat al jaren uit een stevige
Herbalife shake met yoghurt, want daarin zit de maximale voeding die je maar
wensen kunt. Voor de middag en eentje extra maak ik dan tegelijk nog twee
shakes met vruchtensap klaar die ik voor de rest van de dag aanvul met fruit,
koffie en andere gezonde dingen.
Zes uur , acht uur na de stop trossen los en daar
gingen we weer verder. Ditmaal veel regen en weinig wind . Eenmaal buiten
gekomen , wilde ik de Bolle Jan zetten , maar de lijnen en de hoes werkte niet
mee. Het hel handeltje zat in de knoop . Na het ding ongeveer vier keer gehesen
en gestreken te hebben gaf ik het op en heb toen maar de Genua uitgeboomd.
Voorzien van een super nat zeilpak en een natte rug
van de inspanning op weg naar Den Over. Onderweg wel de Bolle Jan , nu op m’n
gemakkie in orde gemaakt , je weet immers nooit of je hem nog nodig hebt. Met
een gewaagde navigatie – dwars over de ondiepte richting vaargeul naar Den
Oever ,kon ik ook nu weer onder zeil Zw 3 naar de sluis varen. De minste diepte
was 1.70 en dat bezorgde aan boord wel even wat spanning, het schip steekt
namelijk 1.60.
De
Waddenzee
Door de sluis en op het Wad aangekomen stond er duidelijk
meer wind en met gereefd grootzeil en Genua kon ik het Visjagersgaatje net
bezeilen. Door het puntje meer wind kon ik het luie luxe Ijsslemeerleventje
echt wel even onder dek parkeren.
Alle hens aan dek was “geblazen”.
Mooie zonnig weer en dik in de kleding op naar Oude
Schild. De haven in zeilen , afmeren langszij een visserman en kruipend en
klimmend over zijn dek gestempeld in het havenrestaurant.
“Tot van de zomer maar weer”zei ik onder dank voor
zijn stempel en trok ook weer onder zeil het zeegat uit..
Met een lange slag was Den Helder nog te bezeilen.
Kort voor de marine haven het reefje weer uit het grootzeil gehaald en met twee
slagen onder meegaande stroom het Molengat in.
Die stroom is overigens een erg belangrijk
onderdeel van je navigatie op ’t Wad.
Goed doorrekenen van je kansen en mogelijkheden
bepaalt in belangrijke mate tijdverlies en op tijd binnen komen na vijf dagen.
Noordzee
Eenmaal buiten op zee, ging het lekker met een
bakstag windje langs Texel. De wind zou later draaien naar ’t Noorden. Vanuit
het zuiden kwamen echter steeds mee donker wolken die het Noord-Hollandse land
beklommen. Voorzien van regen , dat kon je heel goed waarnemen zorgde die buien
op het land voor nogal wat onweer. Voorbereid op een zelfde deel ging
het verder richting Vlieland. Onderweg besloot ik opnieuw maar wat te gaan
koken. Logboek voorzien van aantekeningen en veel foto’s maken, want het was
adembenemend, zo mooi was de omgeving. Precies bij de Eierlandse gronden –
berucht om zijn ondieptes , draaide de wind door naar het Noord oosten en moest
ik twee ruime slagen richting zee maken om later Vlieland aan te kunnen lopen.
Met het draaien van de wind nam die ook in sterkte
af en had nog maar een windje 2 a 3 over, toen ik de betonning die
Rijkswaterstaat daar zo overvloedig en anders had neergelegd te naderen. Om
tijd te besparen besloot ik onder kust te gaan varen- weer rakelings langs de
banken, want de wind zou achter Vlieland
wel helmaal weg zijn.
Eerste
motor minuten
Achter het eiland en volle vloedstroom mee dreef ik
naar de tonnen van de aanloopgeul haven Vlieland. Om een frontale aanvaring met
een van deze rijkseigendommen te voorkomen moest op het allerlaatste moment de motor enkele minuten worden bij gezet,
want de wind was compleet zero.
Het was het enige moment van motor gebruik tot nu
toe, maar dat is toegestaan om aanvaringen etc te voorkomen. Ik moest echter
vijf minuten noteren.
Bij het havengebouw een kaartje van Vlieland
gehaald als bewijs dat ik er gewest
was. Matthijs, een collega schipper met de JULIA, liep met mij mee, want we
hadden toe hier samen opgevaren. Dan lag hij weer een paar honderd meter voor
even later weer andersom.
Het was 22.00 uur en hebben we aan boord van de
Hydra daarna nog enkele biertjes
genomen en na zitten genieten van de mooie tocht vanaf Medemblik.
De volgende morgen weer om 6 uur afvaren , dus
op tijd de kooi in, nou ja het werd
toch nog 0.30 uur.
Maandagochtend 6 uur onder Genua zeil de haven van
Vlie uit.
Het grootzeil zou ik buiten wel zetten. Nou dat hoefde
niet , want eenmaal buiten stond er een stevige vijf met vlagen van zes en stoof ik aan de wind naar het open water .
Ingaande stroom en op hoge golven stoof de Hydra
richting Terschelling. Daarvoor moesten we eerst een stukje naar buiten om vrij
te blijven van de banken. Geen tijd meer om mijn schijnwerper te pakken, ik
moest echt op de hand sturen, tuurde ik in het duister naar die ene onverlichte
ton en besloot direct na de eerste verlichte rode ton stuurboord uit de plaat
over te gaan. Met opkomend water kan dat best.
De diepte meter nauwlettend in de gaten houden en
een snelheid van ruim 6 knopen door het water kwam ik via de minst gemeten diepte
van 3.30 mtr in dieper water (20 metr ) terecht en kon weer op gelucht ademen.
Voor het lappie lopend en met enige moeite grootzeil gereefd erbij gezet ,op naar de Slenk, het vaarwater naar
Terschelling.
In die vaargeul war ook de veerdienst naar
Harlingen naar Terschelling door vaart moesten we tegen de wind en stroom in
kruisen. Een bont gezicht van kruisende Single Handers voorzien van regelmatig
meldingen van de Brandaris dat die “jongens” er weer aan kwamen, gaf dit een
extra dimensie aan dit deel.
Toen de Koegelwick”, de snelle veerboot zich voor
de haven ingang bij de Brandaris meldde , kwam als antwoord ; ën heb je ze
allemaal gemist”? Die humor onder de zeevarenden , daar horen wij ook bij, is
best wel leuk.
Vastgelopen
in de geul!!!??
Halverwege de Slenk nabij de S11 boei werd ik
echter plotseling verrast door het Wad.
Heel duidelijk was het ineens afgelopen met varen;
ik liep vast 10 meter ten noorden van de S11,,nota ben gelijk tussen de rij
groene tonnen. Dat kon er ook nog wel
bij . De rug al nat van het vele laveren in dat nauwe vaarwater en dan og vast
loepen. Zeilen laten zakken en wachten op golfslag en hoger water. Na 15
minuten was ik weer los en moest ik nog zo’n 300 meter in een toenemend stroom
naar het Schuitengat. Daar aangekomen ging het weer met inkomend water naar
Terschelling.. Langzaam varend langs een daar afgemeerd Charterschip , kreeg ik
van de schippers een stempel en kon direct weer zeilend terug naar de Waddenzee.,op
naar Harlingen omdaar een stempel te bemachtigen.
Met windkracht vier en af en toe een buitje regen werd
eveneens in Harlingen langzij een charterschip gestempeld en kon ik met een
stevig westen wind de Boontjes bezeilen. De sluis in Kornwederzand ging net
voor ons naar binnen schutten en kostte een half uurtje drijven.
Ijsselmeer
Eenmaal op
het Ijsselmeer aangekomen en voorzien van regelmatig donker luchten en
een lekker lopend windje kon ik koers naar Stavoren zetten.
De vermoeidheid na drie fa=dagen werd merkbaar en
nestelde mij onder buiskap en dronk de ene na de andere bak koffie en thee. Af
en toe eens rond kijken en een banaan etend kreeg ik kort voor de haven van
Stavoren een gigantische regenbui over me heen dat ik nauwelijks nog iets van
de omgeving kon zien. Daarna was ook de
wind weg en dreef ik een bijna een uur richting haven ingang. Gelukkig kam er
weer wat wind opzetten en kon ook hier weer zeilend naar binnen. De plaatselijk
kroeg gaf ons een stempel en onder het genot van een paar biertjes en flinke shoarmaschotel
kon ik daarna de vermoeide zeebanen wat strekken.
Het was tegen elf uur toen we weer aan boord
gingen. De volgende dag op weg naar Enkhuizen, Muiden om uiteindelijk in
Lelystad te kunnen finishen.
Dinsdagochtend 08.00 uur na wat problemen met de
grootzeil val te hebben gehad onder zeil en hoog aan de wind richting West
Friesland.
Stevige
mistbank 40 meter zicht
Enkhuizen was niet in een keer te bezeilen, dus een
paar slagen maken. De wind was ongeveer drie a vier toen plotseling een mistbank
van formaat aan kwam rollen. De wind bleef echter staan en met een vaartje van
vijf knopen dook ik vijf mijl van Enkhuizen de mist in.
Nauwelijks 40 mter zicht en dan die snelheid, Snel
de radar bij gezet en die ga f na enkele minuten een goed beeld van hetgeen er
om mij heen rond voer.
Kort voor de invallen mist had ik gelukkig de nader
schaapvaart kunnen waarnemen en hoefde mij voor de eerst vijf minuten niet ongerust
te maken. Met het radarbeeld erbij bleef ik op koers varen naar het
Krabbersgat.
Ik was ongeveer twee mijl van de haven toen een
stip op mijn radarscherm toch wel behoorlijk dichtbij kwam. Het vaartuig, wat
het was kon ik natuurlijk niet zien, kwam van stuurboord en was ongeveer 15o
meter van mij vandaan. Snel naar buiten en hoorde vrij snel daarna twee
scheepstoeters. Op 30 meter zicht kwam een stalen zeiljacht van 12 meter in
zicht met aanboord twee zeilers die zich wild stonden te toeteren. Ik liep met
ongeveer 4 knopen 20 meter voor hun boeg voorbij. Ik wenkte nog naar ze om
achter mij aan te varen ,maar ze zwaaide vrolijk terug? Trouwens, na 30 meter verdween ze weer uit zicht. Ik ging
mij concentreren op het aanlopen van
Krabbersgat. Dat is de toegangsgeul van Enkhuizen.
Liet het grootzeil alvast zakken en onder volle Genua
en nog steeds 3 knopen schoof ik langs de buitenste lichtopstanden- kon ze net
zien- richting stadshaven. In de haven zeilend aan de visserijsteiger afgemeerd
, stempeltje bij Kniest halen .en weer los gegooid.
De schipper van “Houd van Hout”, een trimaran, riep
mij toe “ga je weer verder”?
“Ja joh, hartstikke spannend en het zal straks wel
wat opklaren”, riep ik hem toe en samen gingen kruisens naar de sluis
Nou na de sluis duurde het nog dik 1 ˝ uur voordat
het zover was.
Markermeer
en Muiden
Met een heel mooie ZO windje en vol tuig op naar
Muiden. Zelfs het zonnetje liet zijn smoeltje zien.
Tegen het vallen van de avond liep ik bij de
Koninklijke langszij het steiger en voorzien van de laatste stempel een stukje
drijven naar open water. Eenmaal buiten de bebouwing en begroeiing kwam de wind
weer vol terug . Langs de wal varend –hoge wal- dus geen golfslag gingen we met
een vaartje van zes knopen naar Lelystad . Een heel mooi stuk, want het schip lag
strak in het water en heb minstens een uur voorop en vasthoudend aan de
voorstag staan genieten van alles wat ik zag.
Nabij de aanloop van de Houtrib sluis samen met de
steeds drukker wordenden beroepsvaart het
sluisgebied in gezeild. Grootzeil laten zakken en op het voorzeil naar
de remmingwerken.
Na het schutten nog even het voorzeil uitgerold en
zo als dat hoort ook de laatste 300 meter toto in de Houtribhaven gezeild.
Het was dinsdagavond 22.300 uur en met een voldaan
en gelukkig gevoel meerde ik de Hydra weer in zijn thuishaven af.
Nog
maar een keer!!!
Op donderdag . ik was de hele week vrij, kreeg ik
weer de kriebels en vertok met windkracht
zeven en een bakstag windje naar Stavoren en onderweg af en toe wind acht
en hele echte 8.3 knopen op het log via
de Fleussen naar Akkrum (Friesland) voor en verjaardag van een vriend.
Maar dat is weer een ander verhaal.