Verslag van de Fodrar in de Singlehanded 2004

 

 

Zaterdag Lelystad – Urk -Lemmer

Zaterdag om 14.00 uur was het zover. We mochten starten. In een sliert voeren de boten de haven uit om bij Henri een envelop op te pikken. Toen ik de envelop had en openmaakte dacht ik even dat Henri de opdracht van 2 jaar bij elkaar had gezet, zoveel plaatsen moesten we aandoen. Snel besloten eerst naar het Noorden te gaan en vervolgens de spi opgezet. Omdat ik als een van de laatsten uit de haven was gegaan zeilde ik achterin het veld op weg naar Urk.

 

Onderweg de route gemaakt voor de komende dagen. Het plan was Urk, Lemmer, Stavoren, Oudeschild, Vlieland, Terschelling, Harlingen, Medemblik, Enkhuizen en Muiden.

Geschatte zeiltijd 66 uur, plus rusttijden plus sluizen, maar nog niet eens de stempels halen in de havens meegeteld, berekende ik woensdag om 22.00 uur terug te zijn in Lelystad. Ai, dat is 8 uur te laat. Ik pas mijn planning maar aan doe die in de envelop naar Henri, met een aankomsttijd van nu 13.59 in Lelystad. Maar ik weet nog niet hoe ik dat ga halen.

 

Onderweg naar Urk maakt de Touch of Wind een foto van mij. In Urk onder zeil aangelegd, mijn eerste haven!  Stempel gehaald en even gezocht in Urk om mijn envelop op de bus te doen. Weer naar de haven gewandeld en ik zie dat iedereen alweer weg is. Ik neem er blijkbaar wat meer tijd voor dan de anderen (later leer ik nog hoe je in 5 minuten een stempel haalt).

 

Op weg naar Lemmer met de bolle jan. Onderweg kapucijners met spek gegeten en genoten van een muziekje. Bij de Friese Hoek even last van windstilte. Ondertussen kom ik zeker 15  boten tegen die richting Medemblik gaan. Deze boten liggen zo’n 2 uur voor op mij. Ik besluit ivm de wegvallende wind niet door te gaan naar Stavoren maar in Lemmer te overnachten. Met een paar motorseconden leg ik aan naast de Elger. Het is dan 21.30 uur. Ik ben de laatste die binnen is gekomen, wat niet gek is als je kortste waterlijn hebt van het hele veld.

 

Nog een paar woorden gewisseld met de schipper en het plan voor morgen besproken. Hij wil buitenom van Oudeschild naar Vlieland, ’s middags staat de stroom gunstig. Ik had eigenlijk bedacht om niet buitenom te gaan, maar vindt het wel een goed plan. 

Ik maak een plan voor de zondag en ga proberen zo snel mogelijk in Den Oever en vervolgens Oude Schild te komen, waarbij ik Stavoren oversla omdat ik bang ben het tij te missen.

 

Zondag Lemmer – Oude Schild - Vlieland

De volgende ochtend om 5.30 uur vertrek. Weinig wind, dus de bolle jan gaat erbij. Voor het eerst gehesen terwijl de genua nog staat. Ben best trots op mijn wedstrijd-achtige zeilwissel.

Als het licht wordt wordt ik langzaam ingelopen door 2 achtervolgers, die echter beiden naar Stavoren gaan.

 

De wind neemt langzaam toe en ik begin erin te geloven dat ik ruim op tijd in Den Oever kom. De Bolle Jan blijft stan t ot vlakbij Den Oever. Ik loop de hele tijd dik in de 5, wat goed is voor de Fodrar. Ondertussen de route over het de Bollen gepland en in de gps gezet. Omdat ik mooi op tijd ben staat daar voldoende water. Onderweg 2 uurtjes regen, maar bij Den Oever breekt de zon door. Even in het scheepsjournaal geschreven, wat het laatste stukje was want daarna ben ik er niet meer aan toe gekomen.

Ik zie 3 boten voor mij door de sluis gaan, en de Tertia op de motor terugvaren het ijsselmeer op.

Bij Den Oever weer zonder motor kunnen afmeren. Ik begin dit een steeds leuker spel te vinden.

 

Om 12.30 uur ben ik door de sluis. Ik stuif over de Bollen met ruime wind met ruim 6 knoop op Texel af. Aankomst in Texel om 14.00 uur. Een ruim uur eerder dan verwacht. Even een stempel halen en een drankje bij een paar anderen aan boord. Zij wachten nog even op het juiste tij, en ik laat me daardoor beïnvloeden terwijl ik weet dat ik met mijn lagere snelheid best wat eerder weg mag. Ik heb blijkbaar ook een beetje behoeft aan even rust. Wel plan ik de route tot Vlieland nauwkeurig.

Rik van de Legolas legt achter mij aan. Omdat hij nog nooit buitenom is geweest naar Vlieland wil hij weten wat ik ga doen. We spreken af om samen die kant uit te gaan, mijn ervaring van 1 keer buitenom maakt blijkbaar een goede indruk. Ik geef ‘m mijn waypoint lijstje en we gaan.

 

Lekker kruisen in de Texelstroom, stroom mee is best leuk. In het Molenrak het rif eruit en vervolgend de Bolle Jan op. De Legolas is dan al een stukje vooruit. Ik zal ‘m niet meer van dichtbij zien tot in Vlieland. Achter mij zie ik zo’n 10 boten achter me aan varen, een mooi gezicht.

 

Terwijl ik het thuisfront weer eens informeer over mijn vorderingen (thuis liggen de  kaarten van 2002 op tafel) zie ik een donkere lucht met een slurfje van een windhoos. Ik twijfel wat ik met de bolle jan moet doen, maar gelukkig verdwijnt de slurf voor ik een verkeerde beslissing heb genomen.

Voor de EZ kardinaal draait de wind naar het Noorden en plotseling moeten we en slag naar Engeland maken.

 

Het vervolg is een langzame tocht naar Vleiland. Al snel ben ik iedereen uit het zicht. Het laatste stuk is lastig met de stroom en de onverlichte boeien. Gelukkig ben ik net op tijd voor de kentering bij de haven. Met een beetje motoren kom ik binnen en vindt een plekje. Het is dan 23.30 uur, het was een lange dag.

 

Na een biertje bij Klaas van de Venti Amica nog even naar de toiletgebouwen om een stempeltje te halen. Ik had in oude verslagen gelezen dat die daar klaarlagen. Helaas hebben onverlate dit jaar de stempeltjes weggehaald, en ga ik met Rik van de Legolas (die ik hier weer zie, een half uur voor mij binnengekomen, wat mij toch weer meevalt) en Edwin van de Wavedancer naar het dorp op zoek naar een autoriteit. Uiteindelijk vinden we er een achter de bar van het laatste cafe in de hoofdstraat.

 

 

Maandag

De volgende ochtend wordt ik al voor 6-en gewekt. Boten naast mij willen we en ik moet even verkassen. Gebruik hiervoor 20 motorseconden, om in de box recht voor mij terecht te komen. (Ik twijfel nu of ik die seconden wel in het logboek heb gezet, maar ja daar denk je ’s nacht ook niet aan).

Ik lig nu naast de Chillout en klets even met Henk. Duik daarna nog even mijn bed in.

 

Als ik om 7.30 uur weer weg mag, zijn de meesten al vertrokken. Om 7.45 ga ik echt en vertrek weer onder zeil. In de Vliesloot staat de stroom flink tegen. Ik vaar met moeite de stroom dood, maar schiet niks op. De Ragazza en een Grinde die met mij vertrokken kunnen net iets sneller en gaan langzaam vooruit. Net als ik me afvraag hoe dit moet komen, komt er een flinke wind en regen bui over me heen en plotseling vlieg ik door het water. Met moeite houd ik het schip in bedwang. En ondertussen zeilt aan lij een  skûtsje waardoor ik geen ruimte heb, maar wel langzaam zijn kant uit kom. Voor de verandering had ik die ochtend eens niks aan routeplanning gedaan, geïnspireerd door stoere verhalen van mensen die dat allemaal onderweg wel doen. Nou ik had mijn handen vol en geen idee waar ik heen moest, behalve dan een beetje achter die anderen aan, erop gokkend dat zij niet minder diep steken dan de Fodrar. Het enig dat ik zeker wist is dat ik het even niet meer leuk vond.

 

Een keer uit de vliesloot een rif in genua en zeil gezet, wat wee wat rust gaf aan boord en daarna een aantal waypoint uitgezet. Ik zag de 2 anderen wel varen, maar wilde daar niet verder op moeten vertrouwen. Dat betaalde zicht uit omdat ik een paar hoekjes kon afsnijden, zodat ik bij de slenk aangekomen weer aardig in de buurt was.

 

De Slenk lag in de wind, nw 4 met af en toe een bui met meer. Ik had al veel schepen daar zien kruisen, en wist dus wat me te wachten stond. Maar niet hoe lang het zou duren. De stroom zette me fors terug, zodat ik per slag maar een paar meters vooruitkwam. Een strak ritueel ingevoerd,  iedere slag doorvaren totdat de dieptemeter ca 3 meter aangaf en hup overstag, genua aanlieren, vaart maken, loefschoot klaarleggen voor de volgende slag, lierhandle loshalen en op andere lier zetten, doorvaren tot de 3 meter en weer overstag. Na zo’n 1000 slagen in de Slenk kan ik dit dromen.

Ik wam maar weinig vooruit en zag de andere boten weglopen. Achteraf had ik de ingerolde genua moeten wisselen voor de fok, dan had ik wat meer hoogt gehouden.

 

Halverwege 2x de motor gebruikt om een veerboot (de Friesland) en een charter (Anja) te laten passeren. Geen voortgang gemaakt op de motor, maar verleidelijk was het wel.

 

Wat leuk was dat alle schepen die van Terschelling afkwamen bemoedigend zwaaiden of riepen. Ik was ook vast van plan om door te kruisen tot ik er was, en uiteindelijk zou het tij wel eens keren en mij gaan helpen mocht ik er dan nog niet zijn.

Ondertussen een paar keer een tik van de giek gekregen omdat ik bij het haastig reven na Vlieland de giek lager dan normaal had hangen. De eerste keer dacht ik ook nog dat ik mijn contactlens kwijt was, maar dat viel gelukkig mee.

Uiteindelijk, na meer dan 2 ½ uur kruisen over 2 ½ mijl kwam ik in Terschelling aan. Gesloopt!

 

Na een tip van de schipper van Grinde (welke van de 2?) bij de blauwe charter eens tempel gehaald. Wel even de motor moten gebruiken, ook omdat mijn geduld en energie op was om te blijven zeilen in de luwte in de haven. Naast de charter even bijgekomen, gegeten en gedronken en na een ½ uurtje had ik weer energie om verder te gaan. Naar Harlingen zou het bezield zijn met NW tot  W 4,  dus ik had goede moed. En ik wilde nog wel eens de Slenk zien vanaf de andere kant.

 

In de Slenk kwam ik de Blue Streak tegen. Met een jaloerse blik zag ik hoe makkelijk hij erdoor heen kruiste, met de stroom mee inmiddels. Tja, wat doe je eraan?

Op weg naar Harlingen in de Meep even stroom mee, daarna alles tegen. De wind zakte steeds meer in, en de bollejan moest weer helpen. De tegenstroom viel me zwaar tegen. Ik had gedacht dat die niet zo sterk zou zijn. Door de wegvallende wind liep de ETA steeds meer op, van 17.00 naar 18.00 tot uiteindelijk 20.30 uur aankomst. En niet nadat ik zeker een kwartier naast de P3 had gelegen, weer keurig de stroom dood varend. De Kugelwiek zal wel gedacht hebben, is dat jachtje nou nog niet in Harlingen? Omdat het zeilen niet opschoot maar van andere zaken genoten, de stilte en de rust, de vogels , de eerste stukje maan dat ik zag tijdens deze tocht. Ik kwam tenslotte voor het genieten, dus dat moet je blijven doen. En uiteindelijk dreef ik Harlingen binnen. De motor gebuikt om een plekje te vinden. Stempeltje halen bij de Chinees en weer terug. Ik zie de Blue Streak binnenkomen en we borrelen en eten gezamenlijk.

We bespreken de route voorde dinsdag. Als ik nog rond wil komen moet ik dinsdag Kormwerd, Stavoren, Medemblik, Enkhuizen en vervolgens tot Marken komen. Het moet kunnen als het meezit, maar ik zou er geen geld op zetten. Eigelijk heb ik al vanaf vanochtend na de Slenk het idee dat het er niet meer in zit om rond te zeilen, maar ik wil blijven zeilen tot mijn tijd op is. Opgeven heb ik geen zin in, strijdend ten onder gaan kan ik mee leven.

 

 

Dinsdag

Omdat ik geen zin heb in de Boontjes te kruisen in het donker, een nauwe geul met veel onverlichte tonnen, ga ik om 7.15 uur met schemer weg. De wind is gunstig, Z-ZO 3. Dat betekent kruisen met een lange slag. Maar terwijl het langzaam licht wordt, trekt er mist op. Eerst kan ik nog 1 of 2 tonnen verder zien. Ik kruis weer op de dieptemeter, dit keer heb ik de grens voor overstag op 4 decimeter onder de kiel. Niet veel, maar anders blijf je heen en weer gaan. Ik moet alleen niet vast raken, want het is vallend tij. De stroomrichting helpt gelukkig een handje mee richting Kormwerd. Na een tijdje kruisen komt de Blue Streak uit de mist opzetten. Ik vind het wel een beetje irritant dat dat kleine bootje zo snel loopt. Jan roept wat naar me, maar ik versta ‘m niet. Ik val wat af om dichter bij ‘m te komen en hoe roept dat het lastig wordt om de ingang bij Kornwerd te vinden in deze mist. Ik zeg dat ’t in mijn gps staat. Jan roept dat hij dan wel achter mij aangaat varen. Vervolgens loopt hij vast. Ik raag nog even hoe diep hij steekt maar Jan heeft geen tijd voor antwoord. Als een speer ga  ik maar overstag en zie dat ik nog 30 centimeter had. In 10 tellen is de Blue Streak in de mist opgelost en zeil ik weer alleen. Ik hoor geen motor, en heb geen idee of de Blue Streak nog losgekomen is.

 

Het mist nu zo erg dat je geen 50 meter ziet. Af en toe passeer ik boeien in de gps die ik niet  te zien krijg. Ik luister scherp naar geluiden va andere boten , maar hoor alleen in de verte een motor, waarschijnlijk een tractor in Friesland. Mijn bril beslaat steeds meer van de mist, totdat ik zelfs mij gps niet meer kan aflezen. Shit, had ik mar mij lezen ingedaan vanochtend. Ik duik naar binnen en pak mijn lenzen. In de kuip doe ik ze snel in, waarna ik tenminste mijn instrumenten  weer kan aflezen.

Ik moet ondertussen wel glimlachen dat ik niet met donker in de Boontjes wilde kruisen, en er nu met zeer dichte mist vaar. De volgende keer kies ik voor het donker.

 

Als ik bij de dijk aankom trekt de mist op en breekt het zonnetje door. Nu is het bezeild tot de sluis, alleen komt nu de stroom tegen te staan. De bollejan is weer nodig om voortgang te krijgen. Vlak voor Kornwerd loop ik nog vast. Teveel afsnijden kan hier niet ontdek ik.

Om 10.00 uur aangelegd, beetje motor gebruikt, en de brug draait bijna gelijk. Door de sluis en weer door. Ik motor nu rap langs de wachtsteiger. Na deze vlotte 1e etappe besef ik dat ik nog steeds kans heb om rond te zeilen als ik geen tijd verlies.

 

Het plan is Stavoren, Medemblik, Enkhuizen en dan door naar Marken. Alleen is Stavoren niet te bezeilen. Dus tocht maar eerst Medemblik. Ik heb allerlei berekeningen gemaakt wat het snelst zou zijn. Ik kom er niet echt uit, maar met de keuze voor Medemblik heb ik het miste tegenwind, en vaar dus comfortabeler. Dat geeft de doorslag en ik verleg mijn koers naar medemblik.

 

OP de marifoon hoor ik meldpost Ijsselmeer over dichte mist praten, en ja hoor, om 12.00 uur trekt het weer helemaal dicht. Moeilijk te zeggen hoe weinig ik zie, maar het is niet veel. Gelukkig blijft de wind Z-ZO 4, dus ik ga snel genoeg. Al de mist even wat optrekt, zie ik een visser recht op mij koersen. Hij moet mij ook gezien hebben, maar ik moet nog snel overstag om niet overvaren te worden. Wat een eikels.

 

Als het daarna weer dichtslaat heb ik het wel gehad met de mist.  Maar pas om 14.30, als ik bijna bij Medemblik ben trekt het definitief op. Op advies van anderen zeil ik het Regattacentrum binnen en kan inderdaad prachtig aanleggen. Naar de winkel voor een stempel en binnen 5 minuten weer onderweg. Wel even sneller dan mijn 1e stempels. Stavoren is met een knik in de schoot te bezeilen. Eerst is er weinig wind, maar als snel ga ik weer 5 knopen. Heerlijk in het zonnetje, achter de buiskap overgestoken. Koffietje gezet en wat gegeten. Ik ontdek dat ik weinig heb gegeten de laatste dagen, de boot ligt nog vol met allerlei lekkers. Als ik druk bezig ben denkik er gewoon niet aan.

In Stavoren (18.00)  snel een handtekening van de sluiswachter, die me weet te vertellen dat de eersten er gisteren al waren. Op zulk nieuws zit je niet te wachten, maar niet verrassend.

 

Als ik naar Enkhuizen vaar krijg ik het beste nieuws van de dag. vanavond ZO 5 à 6, en morgen ZO 7.

Met zo’n wind kan ik hard blijven varen en heb ik goede kans om rond te zeilen. Ik besluit om vanavond nog door te gaan tot Muiden, waar ik verwacht om 02.00 uur aan te komen. Ik bereid me wel goed voor op de eventuele harde wind. Alles ligt voor het grijpen, ik eet nog wat en de route is keurig tussen de tonnen door gepland.

Enkhuizen loop ik met donker binnen. Ik leg aan en vind snel iemand van de watersportwinkel die een krabbel wil zetten (hij had helaas geen stempel bij zich, moet ik volgend jaar zelf maar meenemen dan is Henri ook blij). Daarna nog even op het fokje naar de sluis, waar ik kan zeilen tot de wachtsteiger en meteen erin mag.

Om 20.45 de sluis door. Eerst op het fokje langzaam de sluiskom uit, de onverlichte boeien ontwijkend. Daarna een koers langs de boeien en het zeil erbij. De eerst e2 uur loop ik gemiddeld 6 knoop, nog nooit eerde vertoond. Af en toe zie ik een zeilschip met vreemde lichten. Ik denk dat het schepen van de Beurtrace zijn.

De rest naar Muiden is een kwestie van doorzeilen en wakker blijven. Ik ben inmiddels behoorlijk moe, maar met de finish inzicht wil ik nog wel even doorgaan. Om 01.30 ben ik in Muiden. In de haven de motor gebruikt om niet teveel tijd te verliezen in de luwte en met kruisen. Ik zal die tijd morgen nog hard nodig hebben.

 

 

Woensdag Muiden – Lelystad

Woensdag ochtend vroeg op, de boot klaar maken en opruimen. Een stevig ontbijt en een stempel bij de havenmeester gehaald. In de haven zie ik de Blue Streak nog. Hij was dus toch nog losgekomen op het wad. Ik mag om half tien weg, en ga op de seconde nauwkeurig weg. Ik moet nl.  om op tijd te komen en een beetje speling bij de sluis over te houden op rompsnelheid naar Lelystad toe. Met de voorspelde wind (zo 6) moet dat lukken. Ik ga met vol tuig, dat is eigenlijk te veel van het goede, maar af en toe zakt de wind iets in, of is er een luwte bij de Oostvaardersdijk en dan wil ik maximaal zeil hebben.

Het regent bijna de hele tocht, maar ik ga goed. De stuurautomaat kan het niet aan, dus zeil ik het hele stuk op de hand. Iets na 12-en kom ik bij Lelystad en vaar naar de sluis. Bij de sluis wordt ik enthousiast opgewacht door het thuisfront, dat erg heeft meegeleefd

Na de sluis nog een klein stukje gezeild om de motortijd niet onnodig te laten oplopen en iets na 13.00 uur finish ik. 

Heel tevreden over mijn prestatie, een schitterende tocht achter de rug en veel geleerd.

Volgend jaar ben ik weer van de partij.

 

 

Hielko Schootstra

Fodrar