Verslag
Albatros een Optima 98 G
Schipper: Joop ten Bokkel
Singlehanded
2005, 16 t/m 19 oktober 2004
Al
enkele jaren had ik in mijn hoofd om eens mee te doen met de Singlehanded. Toen
wemet de bemanning van de Wednesday Night Fever besloten hadden om dit jaar
niet mee naar Bodrum te gaan was daar de mogelijkheid voor een spannende
herfstvakantie.
De
laatste dagen nog wat voorbereidingen gedaan, het belooft koud te worden,
thermosokken gehaald, en de accu vertrouw ik na 7 jaar niet meer. Vrijdagavond
ging ik aan boord in Monnickendam en kwam erachter dat de verwarming het niet
doet. Dan maar zonder, met thermoondergoed is het hopelijk te doen.
Zaterdagmorgen vroeg naar Lelystad gevaren. Buiten is het 8 graden. De start is
om 2 uur. Bij het palaver worden de regels uitgelegd: Je krijgt vlak voor
vertrek uit de haven bij de laatste steiger een envelop, die je pas op het
water mag openen.
Dit jaar
bleek de opdracht een elfhaventocht te zijn. Op hetformulier stonden de elf
havens, met erachter ruimte voor een stempel. Als je in de betreffende plaats
bent is het de bedoeling dat je naar de havenmeester gaat, of als die niet te
vinden is naar een kroeg, restaurant of soms ook een charterschip. De volgorde
van de aan te lopen havens mag je zelf bepalen, o.a. rekeninghoudend met de
weersvoorspellingen en getijden. Verder mag je niet door het Schuitengat. Wel
zo eerlijk voor diepstekende jachten.
De
aan te lopen havens waren: Urk, Lemmer, Stavoren, Enkhuizen, Medemblik,
Oudeschild, Vlieland, Terschelling, Harlingen, Muiden en Lelystad. Om even voor
twee uur wordt iedereen onrustig, en gaan de boten nog op de motor varend langs
de steiger om de envelop in ontvangst te nemen. Vervolgens ga je de haven uit
zet de motor meteen uit en gaat onder zeil. Meteen is er al een scheiding
tussen schepen die meteen naar het Markermeer gaan, en schepen die het
IJsselmeer gaan doen. Ik was ’s morgens uit Monnickendam, gekomen en had
mijn twijfels of Muiden wel bezeild was, en voer al gauw richting Urk. Toen ik
later achter me keek bleek dat het merendeel van de schippers ook die plannen
hadden. De windkracht was 2 a 3 uit het zuidwesten,dus
al snel hees ik de spinaker voor een mooi stuk varen.Bij aankomst in Urk dat
aan lagerwal lag is het hard werken: stootwillen uit, landvasten klaar,
spinnaker naar beneden. Omdat je alleen bent moet je elke handeling goed
voorbereiden. De wind was inmiddels iets sterker geworden en er stond zo’n windkracht vier. Het is belangrijk om de plaats
waar je aanlegt zo te kiezen dat je daarna ook weer goed weg kan komen zonder
de motor te gebruiken. Omdat het hele veld nog dicht bij elkaar ligt is het dan
ook uitkijken geblazen. Voor de zekerheid wel de motor gestart in de vrijloop.
Het was druk bij de havenmeester, maar ik had geluk, er was precies een stukje
overgebleven waar ik kon aanleggen met de kop in de wind. Na het stempelen en
afgeven van de brief bij de havenmester die de brief zou posten weer op pad.
Zonder motor weer weggevaren, op de Genua. Wel even uitkijken omdat de boot dan
erg lijgierig is, en pas weer doet wat je wilt als er weer een beetje gang in
is. Een beetje ruimte opgezocht in de haven, het grootzeil erop en laverend de
haven weer uit. Ik was helemaal trots, one down, ten to go!Als volgende haven
had ik, net als velen Lemmer uitgezocht. Spinnaker er weer op en een mooi stuk
gevaren. Inmiddels begon het donker te worden.
Onderweg iets gegeten, je moet wel zorgen dat je in goede conditie blijft, met name ook genoeg drinken.De boot liep lekker en ik kon
goed meekomen, ook met grotere schepen. Bij de Rotterdamse hoek maakte ik
echter een fout door te dicht onder de wal te komen. Door de bomen ter plaatse
kwam ik in een luwte, waar ik moeizaam uit kwam. Iets onder me liepen er enkele
boten onder me door. Stom! En dat als oude plassenzeiler…. Een andere
deelnemer, de X-Flow loopt onder me door, om de vaart erin te houden peddelt
hij (Op een 40 voeter!), en dat lukt aardig, hij is sneller uit de luwte. Inmiddels was het helemaal donker geworden. Het was alweer
lang geleden dat ik Lemmer aanliep, en in het donker is het helemaal even
zoeken. Na enig gezoek de ingang van de haven “de Friesche hoek”
gevonden, en weer kon ik een mooi plekje vinden om met de kop in de wind vlak
bij de haveningang aan te leggen. Op weg naar het stempelen kwam ik Peter van
de Vagebond tegen, we dronken samen een biertje in het restaurant waar we
stempelden. De vrouw achter de bar vroeg ons wat we er zo in zagen om in het
donker te zeilen. We zijn er maar niet aan begonnen om dat uit te leggen!
In
het donker (nieuwe maan) weer naar buiten en richting
Medemblik gevaren. Opletten met tegenliggers die nog moeten stempelen. Besloten
om Stavoren te laten liggen voor de terugweg, vanaf Kornwerd naar Enkhuizen kom
je er praktisch langs en nu zou ik om het Vrouwenzand heen moeten varen. De
wind trok aan naar een goede windkracht 5, de koers is zodanig dat ik met een
knik in de schoot lekker opschiet, op deze koers is mijn boot behoorlijk snel,
en ik zie regelmatig 7 knopen op het log. Puur genieten! Omdat het zo donker is
en helder is er ook een prachtige sterrenhemel. Westelijkom het vogeleiland
langs richting Medemblik. Vooral het laatste stuk laat de wind het afweten, en
uiteindelijk leg ik im 01.15 uur aan in Medemblik. Van Peter had ik begrepen
dat een aantal zeilers gezamenlijk een biertje ging drinken. Ik kon ze in de
haven niet meer vinden en ben maar mijn nest in gedoken, nog 3 dagen te
gaan…..Zonder verwarming is het bed helemaal klam geworden ik houd het
thermoondergoed maar aan, het duurt wel even voordat ik de slaap kan vatten.
Op
zondagmorgen mocht ik om 09.15 weer vertrekken. Gestempeld bij de
havenmeesteres, die heel vriendelijk was, ik hoefde niet te betalen. Iemand had
de vorige avond laat bij haar aangebeld voor een stempel, daar was ze iets
minder over te spreken.Op de minuut nauwkeurig losgegooid en de haven
uitgedreven. Weer zuidwesten wind, en koersgezet naar den Oever, in de
stromende regen. Ondanks weinig wind geprobeerd de spinaker te zetten, die nat
geworden zich nauwelijks vulde. Voorbij Oude Zeug hield het regenen op en
geleidelijk aan knapte het weer iets op. Via de marifoon vernam ik dat Peter en
het groepje waar hij mee optrok ongeveer een uur eerder uit Medemblik waren vertrokken en al voorbij de sluis zijn. Nog steeds met
weinig wind de sluis aangevaren. De sluis stond op groen, maar ik mocht de
motor nog niet starten! De sluiswachter wilde blijkbaar niet wachten en gaf
dubbel rood, maar bedacht zich en gaf uiteindelijk toch weer groen. Met de
motor standby voer ik tussen het remmingwerk. Ik had alles al voorbereid, toen
de sluiswachter ineens omriep: IK HOEF U TOCH ZEKER NIET TE VERTELLEN DAT JE
NIET MAG ZEILEN IN DE KOLK! Alles was echter zo voorbereid dat hij nog
nauwelijks uitgesproken was voordat de fok weg was, het zeil gestreken en ik op
de motor de sluis in voer. Ook op de motor de brug door en dan zo snel mogelijk
motor uit en zeilen zetten. Ik vaar den Oever uit en de wind trekt lekker aan
tot zo’n 4 a 5 beaufort. Het is afgaand tij, dus
tot de Texelstroom gaat het lekker, daarna tegen een sterke stroom op naar
Oudeschild. Gelukkig waait het lekker door. Oudeschild aangelopen, zonder
motor, maar helaas op het laatst een rare windwerveling, de boot drijft hard
richting een viskotter, en uit de achterhaven komt net een boot varen. Motor
gestart voor het aanleggen, 30 motorseconden! Tja, beter dan schade. Gestempeld
bij het Restaurant. Onder de aanwezige deelnemers ontstaat er discussie:
Wachten tot het tij keert om dan binnendoor te gaan of met het staartje afgaand
tij maar buiten en dan boven om Texel en Vlieland varen. Op de marifoon wordt
een ruimende wind voorspeld, Noordwest 5 mogelijk 6.Moeilijke keuze, binnendoor
over het wad via het Inschot, moeilijk navigeren met blinde tonnen of buitenom.
Het merendeel besluit om buitenom te gaan. Omdat er nog wat tijd is wordt er
een biertje gedronken en kibbeling gegeten.
Mijn
boot hoort bij de langzamere boten van de groep, en met enkele andere
langzamerebesluiten we alvast te gaan. Laverend, met stroom mee langs den
Helder en dan het Molengat in. Met halve wind langs Texel. Ik probeer de gang
erin te houden door de halfwinder te hijsen. Langzaam aan begint de wind (zoals
voorspeld) te ruimen, en is mijn waypoint bij de Eierlandse gronden niet meer
bezeild. Gelukkig herken ik de shift en haal zo snel mogelijk de halfwinder
eraf. Met twee slagen kom ik bij het waypoint en kan dan hoog aan de wind nét
de aanloop ton van het Zuider Stortemelk aanvaren. Enkele schepen achter me
zijn minder gelukkig en moeten een heel stuk laveren. Hoog aan de wind is niet
de beste koers voor mijn boot met een relatief ondiepe kiel. Ondertussen is het
aardedonker geworden, en met een heldere hemel geeft dat een fantastisch
schouwspel van sterren zoals wij ze in de IJmond nooit zien. Bij
de aanloop van Vlieland is het een woud van verlichte boeien, door het heen en
weer lopen tussen de kaartentafel en boven raak ik een beetje gedesoriënteerd,
en ineens kom ik erachter dat ik de aanloop bijna voorbij ben en richting
Terschelling ga! Gelukkig kan ik nog tijdig corrigeren, het is
springtij, en met de wegvallende wind valt het dan niet mee om tegen de stroom
op te varen. Uiteindelijk bereik ik de havenmond. Als enige uitzondering mag je
bij Vlieland wel de motor gebruiken, en dat is nu wel nodig ook met de sterke
dwarsstroom en weinig wind is het volgens mij onmogelijk om zonder brokken
binnen te drijven. Peter is vlak voor me binnen, en ook later komt Geert binnen
van de Swell, en we drinken nog een biertjevoordat we ons nest ingaan. Het is
moeilijk om om 1 uur ’s nachts iemand te vinden die wil stempelen, en we
besluiten elkaars stempelpost te zijn.
De
volgende morgen mogen wij om 7.00 uur weer gaan varen, maar we besluiten nog 30
minuten te wachten voor het tij. Zonder motor de haven uit, er staat nu zo’n windkracht 4 a 5 uit het Noordwesten.Om de
Richel, en door de Westmeep en het Slenk. Het schuitengat mag niet gebruikt
worden, om mensen met een diep stekend schip niet te benadelen. De stroom staat
goed mee tot aan de slenk, de slenk is recht in de wind, en met stroom tegen is
het hard werken om naar Terschelling te geraken. Voor me varen zo’n 20 jachten, en het nauwe water maakt maar hele
korte slagen mogelijk. Sommigen proberen iets buiten de boeien te varen maar
raken dan vast aan de grond. Ik besluit me te concentreren op vloeiende
overstagmanoevres, de vaart goed in de boot te houden en geen risico te nemen
met de diepte, en ga steeds overstag als de dieptemeter 3 meter onder de kiel
aangeeft. Dat is nog geen garantie dat je niet vastloopt want de randen van de
banken lopen hier heel steil op, maar het werkte goed. Veel boten moesten al
een rif steken of de fok iets wegrollen, maar mijn boot is iets ondertuigd, en
liep prima volgetuigd. Een keer heb ik de grond geraakt, maar kon net op tijd
wegkomen. Na 30 a 40 keer overstag te zijn gegaan kon ik afvallen richting
Terschelling.De haven aangelopen zonder motor, grootzeil weg. Vlak voor me
vaart een Jeanneau 24 od die door een plotselinge windshift op de basaltdam
tegenover de charterschepen wordt gezet. Ik start de motor en bied aan hem eraf
te trekken, maar hij komt op eigen gelegenheid eraf. Vincent is behoorlijk
uitgeput van het stuk op de Slenk, en moet even op verhaal komen. We stempelen
bij een charterschip met een prachtige stempel, drinken iets en verlaten
Terschelling zonder ook maar een voet aan wal te hebben gezet! Ik ben heel vaak
op Terschelling geweest maar dit is het kortste bezoek ooit!
De
stroom staat lekker door en daardoor geholpen gaan we lekker vlot naar
Harlingen. Het wordt mooi zonnig weer en de wind luwt iets waardoor het op het
laatst traag gaat, maar gelukkig ben ik net in Harlingen als de stroom kentert.
Het is maandag morgen en de ene na de andere viskotter trekt vol gas enorme
golven achter zich. Ik dacht dat de halve vloot weggesaneerd
was! In Harlingen weer bij een charterschip gestempeld en zonder motorminuten
weer op pad door de boontjes. De wind trekt in de buien iets aan, en met stroom
mee gaat het voorspoedig. Bij de ingank van Kornwerd word ik weer opgelopen
door zo’n viskotter, we lopen samen naar binnen,
gelukkig ging het goed met de golven. Samen met een Westerly zijn wij de
laatsten die mee mogen schutten, en zo kom ik heel vlot op het IJsselmeer,
richting Stavoren. De wind is helemaal weer geluwd, ik vul mijn logbladengoed
in, maak het verslag, zet een cd van Supertramp op en geniet even van de rust
tot dat ik een donkere bui zie aankomen vanuit het westen. Ik besluit voordat
de bui er is een rif te steken, en dat pakt goed uit. In de bui loopt de
windkracht snel op naar zo’n windkracht 7 en het
stort van de lucht. Ik rol ook een stuk van de Genua weg. Schitterend! Ondertussen komt Stavoren aardig dichtbij en ik besluit om buiten
te blijven tot de bui over is, maar precies bij Stavoren is het ineens weer
over, de zon breekt door en iets onder me zie ik 2 van de mooiste regenbogen
die ik ooit gezien heb. Ik realiseer me dat het ook deze plek was dat ik
bij de Ronde om Noord Holland die waterhoos fotografeerde. In de haven aangelegd,
na mij kwamen twee schepen binnen die ook al zo enthousiast waren over de bui
die net geweest was.
In de haven blijken veel mensen te
blijven liggen voor de nacht. Hoewel het nog vrij vroeg is denkt iedereen wel
de volgende dag Lelystad te halen, en tja, dan is het weer over hé? Aan boord
van de Octavus, een Arcona 400 van Bram van de Loosdrecht die volgend jaar aan
de OSTAR gaat meedoen, hebben we een heel gezellige avond doorgebracht.Allemaal
zeilgekken bij elkaar dus wat wil je nog meer?
De
volgende morgen hebben we nog gezamenlijk koffie gedronken om de spinnewebben
uit het hoofd te verdrijven en vertrokken pas tegen 10 uur richting Enkhuizen.
De wind was iets gedraaid en Enkhuizen is net niet bezeild. Hoog aan de wind
gaat het, net boven het vogeleiland langs richting Andijk. Als ik dicht onder
de wal begin te komen hoor ik de centrale meldpost IJsselmeer regelmatig, het
blijkt dat er een flinke mistbank op het Markermeer is die zich naar het
noorden uitbreidt. Spoedig zit ik ook in de mist met een zicht van ongeveer 100
meter. Af en toe zie ik een ander schip, en omdat ik ongeveer 100 meter zicht
denk te hebben maak ik me niet al te druk. Vlak onder de kust ga ik overstag,
en net nadat ik bovenkom na het positiebepalen krijg
ik een grote schrik, ongeveer 30 meter links van me vaart nauwelijks zichtbaar
“de Friesland” voorbij, het schip dat tussen Medemblik en Enkhuizen
vaart, en dat terwijl ik op het zeil ongeveer 6 knopen vaar! En ik ben dus net
voor hem langs gekruist! Van de schrik laat ik alle zeilen vallen, start de
motor en vaar langs de groene onverlichte boeitjes naar Enkhuizen. Na enkele
minuten wordt de mist weer iets dunner , en zie als
eerste Peter met de Vagebond, die een niet begrijpend gebaar maakt, hij zeilt
nog steeds verder. Ik stopte de motor en ging weer onder zeil. Hoewel het nog
wel mistig was was het zicht weer een stuk beter. Enkuizen weer aangelopen
zonder de motor te gebruiken, en gestempeld bij de havenmeester van de
Compagnieshaven. Op de bank aan het havenhoofd lag een rouwkrans voor een
overleden havengenoot, die overboord geslagen is, wel naar de kant gezwommen is
maar toen door onderkoeling niet meer uit het water kon komen. Heel
indrukwekkend, vooral als solozeiler.
Door
de steeds dunnere mist richting van de sluis gezeild, officieel mag je niet
laveren, maar weinig solozeilers die zich er iets van aantrekken. Zelfs de
veerponten van het Zuiderzeemuseum geven geen commentaar als je ze maar genoeg
ruimte geeft. De waterpolitielaat zich gelukkig niet
zien.Geschut en snel weer onder zeil. Peter kreeg luid commentaar van de
sluiswachter omdat hij bij het uitvaren van de kolk al zijn zeilen aan het
hijsen was.
Op
het Markermeer stond weinig wind, en ik besluit om de halfwinder erop te
zetten. Met een lekker zonnetje erbij gaat het rustig langs het Paard richting
Muiden. Omdat de halwinder niet veel toevoegt aan snelheid strijk ik hem en ga
over op de Genua, een goede beslissing als ik de boten om me heen zie. Tegen
donker Muiden ingevaren en drijf net tot de eerste steiger van de Koninklijke.
Samen met een andere deelnemer liep ik naar het clubgebouw, waar de
bestuursvergadering net begon. Keurige heren in blazer en dames kijken je
ietwat verwonderd aan als je om een handtekening komt vragen!Daarna besloten om
naar Lelystad door te varen en vandaag nog te finishen. Lelystad is net
bezeild, en met een mooi lopend windje de sluis in. Na de sluis voor de laatste
honderd meter weer de Genua uitgerold, en zo gefinished bij de havenhoofden om
11.38 uur. Enkele anderen waren nog voor de sluis blijven liggen, ik was zo moe
dat ik besloot om nu te finishen en morgenochtend iets meer tijd te nemen om
uit te slapen.
Een
fantastische ervaring die je grenzen verlegt, ruim 200 mijl alleen, de meeste
havens zonder motor aangevaren en weer vertrokken, Alleen in het donker, ook op
het wad. Ik realiseer me dat de omstandigheden vrij gunstig waren, bijna
iedereen is gefinisht, er zijn ook wel jaren dat de helft uitvalt. Volgend jaar
weer!